Naast de Antwerpse Kempen spreekt men geografisch ook over de Vlaamse Kempen, de Limburgse en Brabantse Kempen. De Vlaamse Kempen neemt het grootste deel van de provincie Antwerpen, het noorden, midden en westen van Belgisch Limburg en het uiterste noorden van Vlaams-Brabant in met als begrenzing in het westen de Scheldevallei en de Scheldepolders (het Scheldeland en het Land van Waas), en de lijn Wijnegem-oostrand van Lier-Boortmeerbeek, in het oosten de Maasvallei, in het zuiden de lijn Rupel-Dijle, door het noorden van Vlaams-Brabant, aan de Demer, en aan een lijn over Hasselt van Munsterbilzen tot Lanaken.

In de landbouw hanteert men een andere indeling. daar spreekt men over 3 andere soorten Kempen:

1. De Noorderkempen, het waterscheidingsgebied tussen de Maas en de Schelde, met het gebied van Hoogstraten, de Turnhoutse Kempen en de Antwerpse Voorkempen. In het zuiden begrensd door de lijn Wijnegem-Grobbendonk-vallei van de Kleine Nete-Mol.
2. De Zuiderkempen met de riviervlakte der beide Neten (ook Centrale- of Verbeterde Kempen genoemd), de Brabantse Kempen in het westen (tussen Zenne en Dijle), met tussen Grote Nete en Demer de eigenlijke Zuiderkempen, tot aan de lijn Oostham-Lummen in het westen van Belgisch Limburg (deel van Luikse Kempen).
3. De Limburgse Kempen of Oude Kempen. Sinds de winning van steenkool in de Limburgse Kempen is er ook sprake van de Mijnstreek oftewel het Kempens Bekken.

Belangrijkste steden en gemeenten: 

Turnhout is de historische hoofdstad van de Antwerpse Kempen. Hier vind je een mooi begijnhof en boeiende musea zoals het Speelkaartenmuseum. Elke zondag is er een rommelmarkt aan het Kasteel van de hertogen van Brabant, vlak bij de Warande.

Geel (camperplaats) of de ‘Barmhartige Stede’, die wereldwijd bekend is om de unieke wijze van verzorging van geesteszieken.  Natuurgebieden, bossen, duinen, akker- en weilanden wisselen elkaar voortdurend af. 

Lier wordt ook wel de ‘Poort naar de Kempen’ genoemd. Het is een stad om lekker te gaan eten en shoppen. De ‘Lierse Vlaaikes’ zijn de trots van de stad: het recept wordt al eeuwen geheim gehouden. Ook het begijnhof en de bekende Zimmertoren zijn zeker een bezoek waard.

Kasterlee is bekend om zijn prachtige bossen maar ook om zijn jaarlijkse reuzegrote pompoenen wedstrijd.

Herentals (met meerdere camperplaatsen) dankt de titel ‘historische hoofdstad van de Kempen’ aan haar rijke verleden en mooie monumenten zoals de Lakenhal, het belfort, de twee stadspoorten en het begijnhof. Het groene noorden van Herentals vormt een waar buitensportparadijs, met de duinen van de Kempense Heuvelrug, de kabbelende Kleine Nete en de spetterende attracties van Hidrodoe en het Netepark.

Hoogstraten, het meest noordelijke stadje van België, heeft een levendig centrum met fraaie monumenten en een gevarieerd aanbod van winkels en horecazaken. Ook hier vind je een stemmig begijnhof. Hoogstraten staat bekend om zijn aardbeienteelt (zoals Melsele (camperplaats) in het Waasland)

Mol – een bruisend winkelcentrum en boeiende musea. De uitgestrekte kampeerterreinen, bungalowparken en hotels maken van Mol een ideale uitvalsbasis voor een meerdaags bezoek aan de regio.

Kalmthout – naast het 600 ha grote natuurgebied de Kalmthoutse heide heeft de gemeente ook een Suske en Wiske museum. Het Suske en Wiske Museum is een echt doe-museum. Niet alleen voor kinderen, maar voor iedereen die zich jong voelt. Het museum ontvangt op weekdagen klassen. Hierdoor kunnen families vaak pas na het schoolbezoek de Striptoer volgen. Willy Vandersteen heeft zelf in 1987 al laten weten dat hij graag een museum rond Suske en Wiske zou willen oprichten. Helaas is hij daar zelf echter nooit toe in staat geweest- http://suskeenwiske.ophetwww.net/museum/index.php

Grobbendonk (camperplaats) – van hieruit kan je meerdere fietstochten ondernemen of wandelen naar de Beemden rond de Kleine Nete, de Molenroute of de Diamantenroute.